Zondag 18 februari begonnen we aan onze tweede trip, een korte van ong. 1 week. We belandden die dag in Witzand (zuidkust) waar de Breederivier uitmondt in de Indische Oceaan.
De duinen van Witzand.
We trokken verder westwaarts. De eerst mogelijke oversteek over de Breederivier was een pontje bij Malgas.
Maar goed dat Michel nog even hielp (de pont vaarde nl. op mankracht) want anders waren we natuurlijk nooit overgekomen.
We gingen weer richting kust en bekeken in Waenhuiskrans, ook wel Arniston geheten, een vissersdorp.
Zo groot was dit dorp niet, dus verder doorgekard naar l’Agulhas; het zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika.
Zo groot was dit dorp niet, dus verder doorgekard naar l’Agulhas; het zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika.
De volgende dag bezochten we Elim, een Duits missionarisdorp gesticht in 1824.
Moe van alle stof, warmte en soms een muffe lodge, vonden we dat we wel even wat luxe konden gebruiken. Het werd “Villa Marine” in Pringle Bay.
Inmiddels is het woensdag 21 feb. En zijn we in Kaapstad beland. Het uitzicht van ons guesthouse mocht er ook wel zijn.
We bezochten Groot Constantia met zijn historische wijngaarden (één van de eersten in Z.A.).
We probeerden een bezoek aan Robbeneiland te brengen, maar de boot was uit de vaart genomen vanwege een gevaarlijk windje. Als alternatief maakten we onze eigen kunsttour.
Na de drukte van de stad zochten we weer de landelijke rust op. We kwamen terecht in een self-catering lodge in de bush, 15 km ten zuiden van Ceres.
Lekker fikkie stoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten